Rob Godthelp wordt op 23 april 1941 geboren te Haarlem. Hij is de tweede in een gezin van vijf kinderen. Vader is accountant, met een eigen bedrijf aan huis. Zijn moeder leed aan MS en overlijdt daaraan op 59 jarige leeftijd. Rob doorloopt de Floraschool en gaat naar de HBS aan de Raaks. Hier raakt hij bevriend met Piotr van Dijk die een verdienstelijk geluidstechnicus is geworden en met wie hij met tussenpozen tot het eind van zijn leven in contact is gebleven. Na het behalen van zijn diploma gaat Rob naar de plaatselijke kweekschool. Na ook deze opleiding te hebben afgerond begint Rob op de ULO in Haarlem.
Rob moet in militaire dienst, maar besluit te weigeren. Hij wordt te werk gesteld in huis ter Weegen, een internaat voor meisjes.
Dit doet hij drie jaar. Hier ontmoet hij ook zijn latere vrouw Lyda, die werkzaam was op een ander internaat. Rob start ondertussen de opleiding MO Nederlands A en B. Na zijn periode op het internaat begint Rob op de MULO in Zutphen. In 1973 maakt hij de overstap naar de Rijks Pedagogische Academie in Deventer. Hij is voor veel studenten een inspirerend docent met twee stokpaardjes: Transformatieve Generatieve Grammatica en Ollie B. Bommel. Hier schrijft hij ook lesmateriaal, voor basisscholen dat tot op heden nog gebruikt wordt. Hij ontwikkelde mede een leerlijn voor de landelijke nascholingscursus voor taalcoördinatoren. Ook gaf hij vaak lezingen om ontwikkelteams te helpen met taalvragen.
Eén van zijn studenten wordt de eerste in Nederland die Bommel (Marten Toonder) op een HBO opleiding op de literatuurlijst mag zetten. Rob was erg rechtlijnig. Wie niet deed of begreep wat hij bedoelde had het niet gemakkelijk bij zijn vak.
Op de P.A. werd hij collega van Teun Velders (docent tekenen/schilderen). Samen maakten zij enkele dichtbundels waarbij Rob voor de tekst zorgde en Teun de illustraties voor zijn rekening nam. Met zijn gedichten won Rob meerdere prijzen, vooral in Vlaanderen. Hij vertelde voltrots dat er zelfs een pad naar hem is genoemd n.a.v. een winnend gedicht.
Rob schrijft in Bulkboek een inleiding bij de Bovenbazen van Marten Toonder. Een uitgebreider verhaal verschijnt bij de Bezige Bij als Dar pocket. Ook voor uitgeverij Panda in Den Haag schrijft hij onder andere "Heer Bommel en de functie van de ironie". Ook schrijft hij Grafschriften. "Als u begrijpt wat ik bedoel, de taal van Marten Toonder" werd uitgegeven door het Genootschap Onze Taal.
In 2008 komt Rob oud leerling en uitgever van Friestalige Bommelboeken, Jos Boelhouwer, tegen in het stripmuseum in Groningen. Ze besluiten tot de uitgave van "Enkele bomen uit het Bommelbos", een nieuw boek met achtergrondinformatie over Bommelzaken die nog niet belicht waren. Hierna volgt nog een gevarieerd aantal boeken bij le Chat Mort, zoals Limericks voor kinderen, Tja,...doodgaan hè en Zwerven door taal.
In 1988 besluiten Rob en Lyda uit elkaar te gaan. Door het aanhoudende drankgebruik van Rob gaat het geleidelijk bergafwaarts, helemaal nadat hij een aantal keren ten val is gekomen en noodgedwongen moet worden opgenomen in een verpleeghuis. Hij stopt met eten en overlijdt op 23 maart in Deventer.
Een taalvirtuoos, poëet en schrijver blijft alleen in zijn geschriften en herinnering bij ons achter.
Jos Boelhouwer
|